Vertaling van mate

Inhoud:

Engels
Nederlands
to mate, to match, to pair {ww.}
paren

I mate
you mate
we mate

ik paar
jij paart
wij paren
» meer vervoegingen van paren

mate {zn.}
onderofficier [m]
to have sexual intercourse, to mate {ww.}
paren
gemeenschap hebben

I mate
you mate
we mate

ik paar
jij paart
wij paren
» meer vervoegingen van paren

to couple, to match, to pair, to unite, to mate {ww.}
paren

I mate
you mate
we mate

ik paar
jij paart
wij paren
» meer vervoegingen van paren

friend, mate {zn.}
vriend  [m]
amice
vrind
He is her friend.
Hij is haar vriend.
He is my friend.
Hij is mijn vriend.
husband, mate, spouse {zn.}
man  [m]
echtgenoot  [m]
gemaal
She hated her husband.
Ze haatte haar echtgenoot.
Is your husband at home?
Is je man thuis?
wife, mate, spouse {zn.}
vrouw  [v]
echtgenote  [v]
gemalin [v]
I love my wife.
Ik hou van mijn vrouw.
My wife is a doctor.
Mijn vrouw is arts.
maté {zn.}
maté
to couple, to match, to mate, to pair, to twin {ww.}
koppeling [v] (de ~)

I mate

to copulate, to couple, to mate, to pair {ww.}
springen

I mate
you mate
we mate

ik spring
jij springt
wij springen
» meer vervoegingen van springen

to couple, to match, to mate, to pair, to twin {ww.}
koppelen

I mate
you mate
we mate

ik koppel
jij koppelt
wij koppelen
» meer vervoegingen van koppelen

to copulate, to couple, to mate, to pair {ww.}
paren
copuleren

I mate
you mate
we mate

ik paar
jij paart
wij paren
» meer vervoegingen van paren



Gerelateerd aan mate

match - pair - have sexual intercourse - couple - unite - friend - husband - spouse - wife - maté - twin - copulateconnection - copulate - bring together - work