Vertaling van may
I may
you may
he/she/it may
ik mag
jij mag
hij/zij/het mag
» meer vervoegingen van mogen
I may
you may
he/she/it may
ik kan
jij kan
hij/zij/het kan
» meer vervoegingen van kunnen
meimaand
bloemmaand
bloeimaand
Voorbeelden in zinsverband
It may or may not be true.
Het kan waar zijn of niet.
May I introduce myself?
Mag ik mij voorstellen?
You may meet him.
Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.
May I touch them?
Mag ik ze aanraken?
It may snow.
Misschien gaat het sneeuwen.
May I drink alcohol?
Mag ik alcohol drinken?
May I leave now?
Mag ik nu gaan?
Of course, you may.
Natuurlijk mag dat.
May I come in?
Kan ik binnenkomen?
May I call later?
Kan ik later terugbellen?
May I go home?
Mag ik naar huis gaan?
May I use this?
Mag ik dit gebruiken?
May I help you?
Kan ik u helpen?
May I say something?
Mag ik iets zeggen?
May I use your phone?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?