Vertaling van mean

Inhoud:

Engels
Nederlands
to mean, to aim, to target, to aim at, to aim for {ww.}
bedoelen 

I mean
you mean
we mean

ik bedoel
jij bedoelt
wij bedoelen
» meer vervoegingen van bedoelen

to mean {ww.}
bedoelen 

I mean
you mean
we mean

ik bedoel
jij bedoelt
wij bedoelen
» meer vervoegingen van bedoelen

to intend, to mean, to plan, to propose {ww.}
zich voorstellen
voorhebben
voornemens zijn
van plan zijn

I mean
you mean
we mean

ik heb voor
jij hebt voor
wij hebben voor
» meer vervoegingen van voorhebben

to imply, to mean, to signify, to denote, to represent, to stand for {ww.}
staan voor
betekenen 
beduiden

I mean
you mean
we mean

ik beteken
jij betekent
wij betekenen
» meer vervoegingen van betekenen

We stand for democracy.
Wij staan voor democratie.
to mean {ww.}
betekenen

I mean
you mean
we mean

ik beteken
jij betekent
wij betekenen
» meer vervoegingen van betekenen

average, mean {bn.}
gemiddeld
average, mean, middle, medium {bn.}
doorsnee
gemiddeld
middelbaar
midden-
average, mean {bn.}
gemiddeld
average, mean, middle, centre, midst {zn.}
midden
middelmaat
Germany is in the middle of Europe.
Duitsland ligt in het midden van Europa.
The professor gave a lecture on the Middle East.
De professor hield een college over het Midden-Oosten.
abject, base, low, vile, depraved, ignoble, lowlife, mean, sordid {bn.}
gemeen
infaam
laag 
laaghartig
schunnig
vuig
avaricious, miserly, stingy, mean {bn.}
gierig 
hebzuchtig
inhalig
pinnig
schraperig
vrekkig
to intend, to mean, to think {ww.}
menen
bedoelen

I mean
you mean
we mean

ik meen
jij meent
wij menen
» meer vervoegingen van menen

to entail, to imply, to mean {ww.}
neerkomen

I mean
you mean
we mean

ik kom neer
jij komt neer
wij komen neer
» meer vervoegingen van neerkomen

to intend, to mean {ww.}
verstaan

I mean
you mean
we mean

ik versta
jij verstaat
wij verstaan
» meer vervoegingen van verstaan

to intend, to mean {ww.}
intenderen
bedoelen

I mean
you mean
we mean

ik intendeer
jij intendeert
wij intenderen
» meer vervoegingen van intenderen

to entail, to imply, to mean {ww.}
behelzen
zeggen
betekenen
inhouden
omvatten
beduiden

I mean
you mean
we mean

ik zeg
jij zegt
wij zeggen
» meer vervoegingen van zeggen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

What does "Tatoeba" mean?

Wat betekent "Tatoeba"?

I didn't mean it.

Ik heb dat niet met opzet gedaan.

What does TATOEBA mean?

Wat betekent "Tatoeba"?

No... I mean, yes.

Nee... Ik bedoel, ja.

I didn't mean to!

Dat ging per ongeluk!

I mean it!

Ik meen het!

What does it actually mean?

Wat betekent het eigenlijk?

What does this mark mean?

Wat betekend dit teken?

I mean what I say.

Ik meen wat ik zeg.

Do you really mean that?

Meent ge dat?

I don't know what you mean.

Ik weet niet wat je bedoelt.

I didn't mean to do that.

Het was niet mijn bedoeling dat te doen.

What do you mean by communication?

Wat bedoelt ge met communicatie?

You mean a lot to me.

Je betekent veel voor me.

You mean you really can't swim?

Kan je echt niet zwemmen?


Gerelateerd aan mean

aim - target - aim at - aim for - intend - plan - propose - imply - signify - denote - represent - stand for - average - middle - mediumbe - assay - entail - intend - reproduce