Vertaling van minute
huisbakken
kleinsteeds
provinciaal
enggeestig
geborneerd
kleinzielig
pietluttig
minuut
ogenblik
seconde
punt
tel
ogenblik
uur
tijd
ure
stonde
tijdstip
Voorbeelden in zinsverband
Just a minute.
Een ogenblikje.
That clock is one minute fast.
Die klok loopt één minuut voor.
Would you mind watching my suitcase for a minute?
Zoudt ge even op mijn koffer willen passen?
Can I use your dictionary for a minute?
Mag ik je woordenboek even gebruiken?
The school is only a five-minute walk away.
De school bevindt zich op slechts 5 minuten lopen.
She told her son to wait a minute.
Zij vroeg haar zoon een minuut te wachten.
How many times a minute does the average person blink?
Hoe vaak knippert een mens gemiddeld per minuut met zijn ogen?
He cancelled the meeting at the last minute.
Op het laatste moment heeft hij de vergadering afgelast.
If I die today, I'll haunt you every minute of your life.
Als ik vandaag sterf, zal ik je elke minuut van je leven achtervolgen.
Wait for me. I'll be there in a minute or ten.
Wacht op mij. Ik ben er over een minuut of tien.
I couldn't take my eyes off of you from the minute I entered this room.
Vanaf het moment dat ik deze ruimte binnenkwam, heb ik mijn ogen niet van je af kunnen houden.
Sixty minutes make an hour, and a minute is made up of sixty seconds.
Zestig minuten maken een uur, en een minuut bestaat uit zestig seconden.
An Englishman, a Belgian and a Dutchman enter a pub and sit down at the counter. Says the barkeeper, "Wait a minute, is this a joke or what?"
Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"