Vertaling van moor
Inhoud:
Engels
Nederlands
to moor, to fasten, to tie, to tie on, to attach, to tether {ww.}
vastleggen
vastbinden
tuigeren
onderbinden
meren
aanbinden
vastbinden
tuigeren
onderbinden
meren
aanbinden
I moor
you moor
we moor
ik leg vast
jij legt vast
wij leggen vast
» meer vervoegingen van vastleggen
Moor {zn.}
Moriaan
Moor
Moor
to moor {ww.}
aanleggen
aanmeren
meren
afmeren
aanmeren
meren
afmeren
I moor
you moor
we moor
ik leg aan
jij legt aan
wij leggen aan
» meer vervoegingen van aanleggen
heath, moor {zn.}
heideveld
hei
heide
hei
heide
moor, moorland {zn.}
hoogveen
moor, moorland {zn.}
hoogveen