Vertaling van nation

Inhoud:

Engels
Nederlands
nation {zn.}
natie  [v]
volk 
The whole nation wants peace.
De hele natie wil vrede.
He gave his life for the nation.
Hij gaf zijn leven voor de natie.
folk, nation, people {zn.}
volk 
We are the people.
Wij zijn het volk.
The people there are not so dumb.
Het volk daar is niet zo dom.
country, land, nation {zn.}
natie
volk [o] (het ~)
The United States became a nation in 1776.
De Verenigde Staten werden een natie in 1776.
He can't run his own family, let alone a nation!
Hij kan zijn eigen familie niet beheren, laat staan een natie!
body politic, commonwealth, country, land, nation, res publica, state {zn.}
rijk [o] (het ~)
imperium [o] (het ~)
Japan is a rich country.
Japan is een rijk land.
body politic, commonwealth, country, land, nation, res publica, state {zn.}
deelstaat [m] (de ~)
South Guelderish is a dialect of Dutch spoken in the German state of North Rhine-Westphalia.
Het Zuid-Gelders is een dialect van het Nederlands die in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen gesproken werd.
country, land, nation {zn.}
nationaliteit
country, land, nation {zn.}
volkskarakter
landaard
volkseigen
volksaard [m] (de ~)
body politic, commonwealth, country, land, nation, res publica, state {zn.}
land [o] (het ~)
staat [m] (de ~)
The people who lived in that country were not able speak out against their leaders.
De mensen die in dat land woonden waren niet in staat om hun leiders tegen te spreken.
The sailors saw land.
De zeelui zagen land.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Japan is an industrial nation.

Japan is een industrieland.

The whole nation wants peace.

De hele natie wil vrede.

He gave his life for the nation.

Hij gaf zijn leven voor de natie.

The United States became a nation in 1776.

De Verenigde Staten werden een natie in 1776.

He can't run his own family, let alone a nation!

Hij kan zijn eigen familie niet beheren, laat staan een natie!


Gerelateerd aan nation

folk - people - country - land - body politic - commonwealth - res publica - statepopulation - district - body politic - community - disposition