Vertaling van nearby

Inhoud:

Engels
Nederlands
nearby, contiguously, about {bw.}
daarnaast
ernaast
hiernaast
in de nabijheid
nearby {bw.}
nabij
dichtbij
adjacent, nearby, neighbouring {bn.}
aangrenzend 
aanliggend
naburig
close, near, nearby, next, adjacent, handy, local {bn.}
aanstaand 
eerstvolgend
komend
close, near, nearby, about, closely {bw.}
dichtbij 
nabij
vlakbij
nearby {bw.}
dichtbij
kortbij
nabij


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

She lives nearby.

Ze woont vlakbij.

They live nearby.

Ze wonen in de buurt.

The train station is nearby.

Het treinstation is dichtbij.

We could hear the bells ringing from a nearby church.

We konden het klokgelui van een nabijgelegen kerk horen.


Gerelateerd aan nearby

contiguously - about - adjacent - neighbouring - close - near - next - handy - local - closely