Vertaling van neighbours
Inhoud:
Engels
Nederlands
neighbors, neighbours {zn.}
buren
I hate my neighbors.
Ik haat mijn buren.
Tom doesn't know his neighbors.
Tom kent zijn buren niet.
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
He is one of my neighbours.
Hij is één van mijn geburen.
My neighbours have already explained to me who Björk is.
Mijn buren hebben mij al uitgelegd wie Björk is.
While they were away on holiday, their neighbours looked after the dog.
Toen ze op vakantie waren zorgden hun buren voor de hond.
The European Union is set up with the aim of ending the frequent and bloody wars between neighbours, which culminated in the Second World War.
De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.