Vertaling van next
volgend
vervolgens
Voorbeelden in zinsverband
Until next time.
Tot de volgende keer.
Who's the next candidate?
Wie is de volgende kandidaat?
Who is next?
Wie is de volgende?
It may freeze next week.
Volgende week gaat het misschien vriezen.
There's always a next time.
Er is altijd een volgende keer.
Ken sat next to me.
Ken zette zich naast mij.
We're moving house next month.
We verhuizen volgende maand.
Hamilton died the next day.
Hamilton stierf de volgende dag.
Bill will return next week.
Bill komt volgende week terug.
What do we do next?
Wat doen we nu?
I sat next to him.
Ik zat naast hem.
She sat next to me.
Ze zat naast me.
Next Wednesday will be fine.
Komende woensdag is oké.
I'll be seventeen next year.
Volgend jaar word ik zeventien.
I'll visit my uncle next week.
Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.