Vertaling van obstruct

Inhoud:

Engels

Nederlands

to bar, to obstruct, to dam, to exclude, to block, to stem {ww.}

versperren
stuwen
afsluiten
belemmeren
afdammen

I obstruct
you obstruct
we obstruct

ik versper
jij verspert
wij versperren
» meer vervoegingen van versperren

to halt, to stop, to end, to hold, to obstruct, to stem, to stay, to stall, to arrest {ww.}

stoppen
aanhouden
stuiten
stilzetten
stilleggen
keren

I obstruct
you obstruct
we obstruct

ik stop
jij stopt
wij stoppen
» meer vervoegingen van stoppen

You should stop drinking.

Je moet stoppen met drinken.

I couldn't stop Tom.

Ik kon Tom niet stoppen.

to hamper, to impede, to obstruct, to stand in the way, to choke, to congest, to stymie, to stonewall, to balk {ww.}

verstoppen
obstructie voeren
opstoppen
belemmeren

I obstruct
you obstruct
we obstruct

ik verstop
jij verstopt
wij verstoppen
» meer vervoegingen van verstoppen

to block, to close up, to impede, to jam, to obstruct, to obturate, to occlude {ww.}

stremmen

I obstruct
you obstruct
we obstruct

ik strem
jij stremt
wij stremmen
» meer vervoegingen van stremmen

to block, to close up, to impede, to jam, to obstruct, to obturate, to occlude {ww.}

verstopping [v] (de ~)

to block, to close up, to impede, to jam, to obstruct, to obturate, to occlude {ww.}

verstopt
verstoppen

I obstruct
you obstruct
we obstruct

ik verstop
jij verstopt
wij verstoppen
» meer vervoegingen van verstoppen

to block, to blockade, to embarrass, to hinder, to obstruct, to stymie, to stymy {ww.}

belemmeren
remmen
stuiten
impediëren
bemoeilijken

I obstruct
you obstruct
we obstruct

ik belemmer
jij belemmert
wij belemmeren
» meer vervoegingen van belemmeren

Nothing will hinder my malicious plan.

Niets zal mijn snood plan belemmeren.

to block, to close up, to impede, to jam, to obstruct, to obturate, to occlude {ww.}

blokkeren
versperren

I obstruct
you obstruct
we obstruct

ik blokkeer
jij blokkeert
wij blokkeren
» meer vervoegingen van blokkeren