Vertaling van occupation

Inhoud:

Engels
Nederlands
occupation {zn.}
bezetting  [v]
occupation, activity, job, trade {zn.}
emplooi [o]
bezigheid  [v]
occupation {zn.}
bezetting  [v]
handicraft, occupation, trade, craft {zn.}
beroep  [o]
vak
handwerk
ambacht  [o]
My brother has no occupation now.
Mijn broer heeft geen beroep nu.
profession, occupation, vocation {zn.}
beroep  [o]
professie
broodwinning [v]
bedrijf  [o]
He is a dentist by profession.
Hij is tandarts van beroep.


Gerelateerd aan occupation

activity - job - trade - handicraft - craft - profession - vocation