Vertaling van offering
Inhoud:
Engels
Nederlands
to offer, to propose, to suggest, to advance, to proffer, to propound, to advocate {ww.}
Can I offer you another piece of cake?
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
I would offer you a coffee if you had the time.
Ik zou je een koffie aanbieden als je tijd had.
to introduce, to present, to offer, to perform, to play, to reenact, to render, to depict, to represent, to constitute {ww.}
I am offering
offer, offering {zn.}
aanbieding
presentatie
presentatie
offer, offering {zn.}
aanbod
She turned down my offer.
Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
All right. I'll accept your offer.
Goed. Ik aanvaard je aanbod.
offer, offering {zn.}
aanbod
aanbieding
aanbieding
Why did you turn down his offer?
Waarom wees je zijn aanbod af?
to offer {ww.}
aanbieden
bieden
presenteren
lenen
brengen
offreren
bieden
presenteren
lenen
brengen
offreren
Besides lending books, libraries offer various other services.
Buiten het uitlenen van boeken bieden bibliotheken verschillende andere diensten aan.
This year we offer the same language course as last year.
Dit jaar bieden we dezelfde taalcursus aan als vorig jaar.
to offer {ww.}
aanbieden
to offer {ww.}
bieden
aanbieden
aanbieden
to offer {ww.}
bieden
I am offering
to offer, to proffer {ww.}
opdragen
I am offering