Vertaling van oil

Inhoud:

Engels
Nederlands
oil {zn.}
olie  [v]
Water and oil are both liquids.
Water en olie zijn allebei vloeistoffen.
My clothes were dirty with oil.
Mijn kleren waren vuil van de olie.
to oil {ww.}
oliën

I oil
you oil
we oil

ik olie
jij oliet
wij oliën
» meer vervoegingen van oliën

to oil {ww.}
gesmeerd
smeren

I oil
you oil
we oil

ik smeer
jij smeert
wij smeren
» meer vervoegingen van smeren

kerosene, oil, mineral oil {zn.}
petroleum [m]
America abounds in oil.
Amerika heeft petroleum in overvloed.
oil, oil color, oil colour {zn.}
olieaandeel [o] (het ~)
oil {zn.}
olie [m] (de ~)
oleum
to anele, to anoint, to embrocate, to inunct, to oil {ww.}
bedienen

I oil
you oil
we oil

ik bedien
jij bedient
wij bedienen
» meer vervoegingen van bedienen

to anele, to anoint, to embrocate, to inunct, to oil {ww.}
zalven

I oil
you oil
we oil

ik zalf
jij zalft
wij zalven
» meer vervoegingen van zalven

crude, crude oil, fossil oil, oil, petroleum, rock oil {zn.}
petroleum [m] (de ~)
petrolie
aardolie [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

America abounds in oil.

Amerika heeft petroleum in overvloed.

Water and oil are both liquids.

Water en olie zijn allebei vloeistoffen.

The oil spill polluted the bay.

De olieramp heeft de baai vervuild.

My clothes were dirty with oil.

Mijn kleren waren vuil van de olie.

You can't mix oil and water.

Je kan olie en water niet mengen.

He bought a lot of flour and oil.

Hij kocht veel bloem en olie.

There's no need to change the oil every 3000 miles.

Het is niet nodig de olie elke 3000 mijl te vervangen.

The oil made the floor slippery and caused his sudden fall.

De olie maakte de vloer glad en veroorzaakte zijn plotse val.