Vertaling van old man
oude man
bejaarde
oude van dagen
bejaarde
nonkel
ome
oom
Voorbeelden in zinsverband
I'm an old man.
Ik ben een oude man.
The old man looked wise.
De oude man zag er wijs uit.
He's a dirty old man.
Hij is een vieze ouwe man.
The old man lives alone.
De oude man leeft alleen.
The old man looks sad.
De oude ziet er triestig uit.
The old man lives by himself.
De oude man leeft alleen.
The old man captured a big fish.
De oude heeft een grote vis gevangen.
The old man was loved by everyone.
De man werd geliefd door iedereen.
"A cat?" asked the old man.
"Een kat?" vroeg de oude man.
That old man caught a large fish.
De oude heeft een grote vis gevangen.
The old man died last week.
De oude man is vorige week overleden.
The old man lives on his pension.
De oude man leeft van zijn pensioen.
Tom is just a crazy old man.
Tom is gewoon een gekke oude man.
The old man told the children an amusing story.
De oude man vertelde de kinderen een amusant verhaal.
An old man sat next to me on the bus.
Een oude man zat naast mij in de bus.