Vertaling van on board
I board
you board
we board
ik betimmer
jij betimmert
wij betimmeren
» meer vervoegingen van betimmeren
I board
you board
we board
ik klamp aan
jij klampt aan
wij klampen aan
» meer vervoegingen van aanklampen
I board
you board
we board
ik bestijg
jij bestijgt
wij bestijgen
» meer vervoegingen van bestijgen
I board
you board
we board
ik besteed uit
jij besteedt uit
wij besteden uit
» meer vervoegingen van uitbesteden
I board
you board
we board
ik kartonneer
jij kartonneert
wij kartonneren
» meer vervoegingen van kartonneren
I board
you board
we board
ik woon in
jij woont in
wij wonen in
» meer vervoegingen van inwonen
I board
you board
we board
ik stap in
jij stapt in
wij stappen in
» meer vervoegingen van instappen
I board
you board
we board
ik stijg in
jij stijgt in
wij stijgen in
» meer vervoegingen van instijgen
Voorbeelden in zinsverband
He is on board the ship.
Hij is aan boord van het schip.
Is there a doctor on board?
Is er een arts aan boord?
When must I go on board?
Wanneer moet ik aan boord gaan?