Vertaling van on time
I time
you time
we time
ik time
jij timet
wij timen
» meer vervoegingen van timen
I time
you time
we time
ik time
jij timet
wij timen
» meer vervoegingen van timen
I time
you time
we time
ik klok
jij klokt
wij klokken
» meer vervoegingen van klokken
Voorbeelden in zinsverband
He's always on time.
Hij is altijd op tijd.
Our train arrived on time.
Onze trein kwam op tijd.
He didn't come on time.
Hij kwam niet op tijd.
The train left on time.
De trein vertrok op tijd.
Our English teacher is always on time.
Onze leraar Engels is altijd op tijd.
The train arrived on time to Kioto.
De trein kwam op tijd aan in Kyoto.
The train arrived in Kyoto on time.
De trein kwam op tijd aan in Kyoto.
I arrived at school on time.
Ik ben op tijd op school gekomen.
He ran so he would get there on time.
Hij rende opdat hij op tijd zou zijn.
As usual, Mike turned up on time. He's very punctual.
Zoals gewoonlijk was Mike op tijd. Hij is zeer stipt.
I was there on time, but I didn't see you!
Ik was daar op tijd, maar ik zag je niet!
The plane arrived at Itami Airport on time.
Het vliegtuig kwam op tijd aan op het vliegveld van Itami.
At times the train doesn't arrive on time.
Soms komt de trein niet op tijd.
Buses in the country do not usually come on time.
Bussen in het land komen gewoonlijk niet op tijd.
She arrived at school on time in spite of the snowstorm.
Ze kwam tijdig op school aan ondanks de sneeuwstorm.