Vertaling van once

Inhoud:

Engels
Nederlands
once, on occasion, sometimes, occasionally {bw.}
eens
op een keer
once, one time {bw.}
eenmaal 
eens
één keer
at some time, ever, sometime, eventually, once, anytime {bw.}
eenmaal 
eens
ooit
weleens
in one case, once, one time {bw.}
vroeger
oudtijds


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Read it once more.

Lees het nog een keer.

I met him once.

Ik heb hem een keer ontmoet.

Try it once again.

Probeer het nog eens.

Come at once.

Kom onmiddellijk.

You are only young once.

We zijn maar eenmaal jong.

I swim once a week.

Ik zwem één keer per week.

They eat meat once a week.

Ze eten een keer per week vlees.

You don't need to go at once.

Je hoeft niet meteen te gaan.

I once worked in a restaurant.

Ik heb ooit in een restaurant gewerkt.

I have been to Kyoto once.

Ik ben een keer in Kioto geweest.

He writes me once a week.

Hij schrijft mij eens per week.

I play tennis once in a while.

Ik tennis af en toe.

All at once they began to laugh.

Ze begonnen allemaal tegelijkertijd te lachen.

They must come here at once.

Ze moeten onmiddellijk hier komen.

We may as well go at once.

We kunnen net zo goed meteen gaan.