Vertaling van outrage
Inhoud:
Engels
Nederlands
outrage, misdeed {zn.}
wandaad
outrage, scandal {zn.}
schandaal
I don't think Tom was involved in the scandal.
Ik denk niet dat Tom betrokken was bij dat schandaal.
to assault, to dishonor, to dishonour, to outrage, to rape, to ravish, to violate {ww.}
misbruiken
onteren
verkrachten
onteren
verkrachten
I outrage
you outrage
we outrage
ik misbruik
jij misbruikt
wij misbruiken
» meer vervoegingen van misbruiken
to appal, to appall, to offend, to outrage, to scandalise, to scandalize, to shock {ww.}
shockeren
choqueren
choqueren
I outrage
you outrage
we outrage
ik shockeer
jij shockeert
wij shockeren
» meer vervoegingen van shockeren
indignation, outrage {zn.}
indignatie
verontwaardiging
verontwaardiging