Vertaling van paint
I paint
you paint
we paint
ik schilder
jij schildert
wij schilderen
» meer vervoegingen van schilderen
uitschilderen
afschilderen
I paint
you paint
we paint
ik schilder
jij schildert
wij schilderen
» meer vervoegingen van schilderen
I paint
you paint
we paint
ik verf
jij verft
wij verven
» meer vervoegingen van verven
schminken
blanketten
I paint
you paint
we paint
ik grimeer
jij grimeert
wij grimeren
» meer vervoegingen van grimeren
I paint
you paint
we paint
ik penseel
jij penseelt
wij penselen
» meer vervoegingen van penselen
I paint
you paint
we paint
ik schilder
jij schildert
wij schilderen
» meer vervoegingen van schilderen
schilderen
lakken
I paint
you paint
we paint
ik verf
jij verft
wij verven
» meer vervoegingen van verven
I paint
you paint
we paint
ik beschilder
jij beschildert
wij beschilderen
» meer vervoegingen van beschilderen
I paint
you paint
we paint
ik penseel
jij penseelt
wij penselen
» meer vervoegingen van penselen
Voorbeelden in zinsverband
Blend the red paint with the blue paint.
Meng de rode met de blauwe verf.
We had Tom paint the wall.
We lieten Tom de muren schilderen.
I had him paint my house.
Ik liet hem mijn huis schilderen.
Why did you paint the bench red?
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
Why did you paint the bank red?
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
Why did you paint the couch red?
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
If you paint it yellow, you'll kill two birds with one stone: it'll stand out, and you'll save money because you can use paint you already have.
Als je het geel verft, sla je twee vliegen in één klap: én het valt goed op, én je bespaart geld omdat je verf kunt gebruiken die je al in huis hebt.
He took advantage of the fine weather to paint the wall.
Hij maakte gebruik van het mooie weer om de muur te schilderen.