Vertaling van pale
flets
pips
vaal
tanen
verbleken
bleek worden
I pale
you pale
we pale
ik verschiet
jij verschiet
wij verschieten
» meer vervoegingen van verschieten
staak
paal
verbleken
I pale
you pale
we pale
ik verschiet
jij verschiet
wij verschieten
» meer vervoegingen van verschieten
bleken
I pale
you pale
we pale
ik bleek op
jij bleekt op
wij bleken op
» meer vervoegingen van opbleken
I pale
you pale
we pale
ik ontkleur
jij ontkleurt
wij ontkleuren
» meer vervoegingen van ontkleuren
I pale
you pale
we pale
ik palissadeer
jij palissadeert
wij palissaderen
» meer vervoegingen van palissaderen
Voorbeelden in zinsverband
You look pale today.
Ge ziet er bleek uit vandaag.
You look so pale.
Je gezicht is bleek.
She always looks pale.
Ze ziet er altijd bleek uit.
You look pale.
Je ziet er bleek uit.
She turned pale when she heard that news.
Ze werd bleek toen ze het nieuws hoorde.
His face turned pale to hear the news.
Hij trok wit weg toen hij het nieuws hoorde.
What's the matter with you? You look pale.
Wat scheelt er met je? Je ziet er bleek uit.
I told her she looked pale, and asked if she was all right.
Ik zei dat ze bleek zag en vroeg of ze zich goed voelde.