Vertaling van panic

Inhoud:

Engels
Nederlands
panic {zn.}
paniek  [v]
I don't want to cause a panic.
Ik wil geen paniek veroorzaken.
Panic rules on the Titanic.
Er heerst paniek op de Titanic.
to panic {ww.}
paniekeren
panieken
to panic {ww.}
oversturen
affright, panic, terror {zn.}
koersval [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Panic rules on the Titanic.

Er heerst paniek op de Titanic.

I don't want to cause a panic.

Ik wil geen paniek veroorzaken.

Tom was trying not to panic.

Tom probeerde niet in paniek te raken.


Gerelateerd aan panic

affright - terroract - act upon