Vertaling van pasture

Inhoud:

Engels

Nederlands

to feed, to pasture {ww.}

weiden
laten grazen

I pasture
you pasture
we pasture

ik weid
jij weidt
wij weiden
» meer vervoegingen van weiden

meadow, pasture {zn.}

wei [v]
weiland [o]
weidegrond [m]
weide [v]
beemd [m]

This meadow abounds in frogs.

Deze wei zit vol kikkers.

Cows are eating grass in the meadow.

Koeien grazen in de wei.

meadow, grassland, pasture, paddock {zn.}

wei [v]
weiland [o]
weide [v]
grasland [o]
beemd [m]

Horses don't like buttercups; they just leave them in the meadow.

Paarden houden niet van boterbloemen, die laten ze gewoon staan in de wei.

to crop, to graze, to pasture {ww.}

weiden

I pasture
you pasture
we pasture

ik weid
jij weidt
wij weiden
» meer vervoegingen van weiden

to browse, to crop, to graze, to pasture, to range {ww.}

beweiden

I pasture
you pasture
we pasture

ik beweid
jij beweidt
wij beweiden
» meer vervoegingen van beweiden

to browse, to crop, to graze, to pasture, to range {ww.}

grazen

I pasture
you pasture
we pasture

ik graas
jij graast
wij grazen
» meer vervoegingen van grazen

to crop, to graze, to pasture {ww.}

grazen
weiden

I pasture
you pasture
we pasture

ik graas
jij graast
wij grazen
» meer vervoegingen van grazen

grazing land, lea, ley, pasture, pastureland {zn.}

weidegrond [m] (de ~)

grazing land, lea, ley, pasture, pastureland {zn.}

weide
wei [m] (de ~)
beemd [m] (de ~)
grasland [o] (het ~)
weiland [o] (het ~)