Vertaling van paying
Inhoud:
Engels
Nederlands
to pay {ww.}
dokken
I am paying
compensable, paying, remunerative, salaried, stipendiary {bn.}
compensabel
to pay {ww.}
dokken
lappen
neertellen
offeren
schokken
betalen
neerleggen
schuiven
uittellen
lappen
neertellen
offeren
schokken
betalen
neerleggen
schuiven
uittellen
I am paying
to pay {ww.}
afbetalen
vereffenen
verrekenen
voldaan
voldoen
afdoen
afrekenen
vereffenen
verrekenen
voldaan
voldoen
afdoen
afrekenen
I am paying
to pay {ww.}
salariëren
I am paying
to pay {ww.}
opdraaien
I am paying
to pay {ww.}
afbetalen
to compensate, to make up, to pay, to pay off {ww.}
lonen
renderen
renderen
I am paying
to ante up, to pay, to pay up {ww.}
aanzuiveren
to pay {ww.}
dokken
to pay {ww.}
bijstorten
to compensate, to make up, to pay, to pay off {ww.}
salariëren
bezoldigen
bezoldigen
to pay {ww.}
betalen
They have to pay in advance.
Ze moeten vooraf betalen.
Can I pay a credit card?
Kan ik via creditcard betalen?
to bear, to pay, to yield {ww.}
betalen
verdienen
verdienen
We always have to pay more.
We moeten altijd meer betalen.
I will pay for it by check.
Ik zal dat betalen met een cheque.
to compensate, to make up, to pay, to pay off {ww.}
bijleggen
I am paying
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Who's paying for the food?
Wie gaat het eten betalen?
If necessary, I have no objection to paying a special fee.
Indien nodig heb ik geen bezwaar tegen het betalen van een bepaald bedrag.
"Oh, it's a lot more," Dima smiled. "But actually, this is a collect call. So you're the noob, 'cause you're paying."
"O, het is veel meer," glimlachte Dima. "Maar eigenlijk is dit een collect call. Dus jij bent de noob, want jij betaalt."