Vertaling van pick
I pick
you pick
we pick
ik scheur weg
jij scheurt weg
wij scheuren weg
» meer vervoegingen van wegscheuren
I pick
you pick
we pick
ik pik
jij pikt
wij pikken
» meer vervoegingen van pikken
I pick
you pick
we pick
ik selecteer
jij selecteert
wij selecteren
» meer vervoegingen van selecteren
plukken
afplukken
oprapen
I pick
you pick
we pick
ik tokkel
jij tokkelt
wij tokkelen
» meer vervoegingen van tokkelen
I pick
you pick
we pick
ik kies
jij kiest
wij kiezen
» meer vervoegingen van kiezen
Voorbeelden in zinsverband
Don't pick up the cat.
Pak die kat niet op.
I'll pick him up at 5.
Ik zal hem om 5 uur oppikken.
The bus stopped to pick up passengers.
De bus stopte om passagiers in te laten stappen.
Where did you pick up your Italian?
Waar heeft u Italiaans geleerd?
I'll come by and pick you up tomorrow morning.
Ik kom morgenochtend langs om je op te halen.
Don't forget to pick me up at 6 o'clock tomorrow.
Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
It doesn't matter which, just pick three books.
Kies gewoon drie boeken uit, maakt niet uit welke.
This is the season to pick fresh tea.
Dit is het seizoen voor verse thee.
He is always itching to pick a fight.
Hij hunkert altijd naar ruzie.
I will have my sister pick you up at the station.
Ik zal mijn zus je laten oppikken aan het station.