Vertaling van picnic

Inhoud:

Engels
Nederlands
to picnic {ww.}
picknicken
It was such a fine day that we decided to have a picnic.
Het was zo'n mooie dag, dat we besloten te gaan picknicken.
Suppose it rains tomorrow, shall we still go on the picnic?
Veronderstel dat het morgen regent, gaan we dan nog steeds picknicken?
picnic {zn.}
picknick 
He is not going on the picnic, and I am not either.
Hij gaat, net als ik, niet naar de picknick.
picnic {zn.}
picknick [m] (de ~)
breeze, child's play, cinch, duck soup, picnic, piece of cake, pushover, snap, walkover {zn.}
detail
wissewasje [o] (het ~)
peuleschil
peanuts
peulenschil [m] (de ~)
futiliteit [v] (de ~)
onbenulligheid
bijzaak [m] (de ~)
beuzelarij
bagatel [m] (de/het ~)
allotria
kleinigheid
breeze, child's play, cinch, duck soup, picnic, piece of cake, pushover, snap, walkover {zn.}
makkie [o] (het ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

He is not going on the picnic, and I am not either.

Hij gaat, net als ik, niet naar de picknick.

It was such a fine day that we decided to have a picnic.

Het was zo'n mooie dag, dat we besloten te gaan picknicken.

Suppose it rains tomorrow, shall we still go on the picnic?

Veronderstel dat het morgen regent, gaan we dan nog steeds picknicken?


Gerelateerd aan picnic

breeze - child's play - cinch - duck soup - piece of cake - pushover - snap - walkovermeal - affair - chore