Vertaling van picture
I picture
you picture
we picture
ik bedenk
jij bedenkt
wij bedenken
» meer vervoegingen van bedenken
schets
tekening
schilderstuk
schildering
doek
I picture
you picture
we picture
ik schilder af
jij schildert af
wij schilderen af
» meer vervoegingen van afschilderen
verbeelden
veraanschouwelijken
visualiseren
uitbeelden
I picture
you picture
we picture
ik zet neer
jij zet neer
wij zetten neer
» meer vervoegingen van neerzetten
Voorbeelden in zinsverband
Look at the picture.
Bekijk de afbeelding.
Who took the picture?
Wie nam de foto?
Let's have our picture taken.
Laten we op de foto gaan.
May I take your picture?
Mag ik een foto van u maken?
Is it a recent picture?
Is dit een recente foto?
I would like your picture.
Ik zou graag een foto van je willen.
Please show me your picture.
Laat me alsjeblieft je foto zien.
I looked at the picture.
Ik keek naar de afbeelding.
She showed him my picture.
Ze liet hem mijn foto zien.
I hope to see his picture soon.
Ik hoop zijn foto gauw te zien.
I took that picture a week ago.
Deze foto heb ik vorige week gemaakt.
He hung a picture on the wall.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
Do you know who painted this picture?
Weet je wie dit schilderij heeft geschilderd?
I took a picture of her.
Ik heb een foto van haar gemaakt.
He took a picture of the koala.
Hij nam een foto van de koala.