Vertaling van pieces
he/she/it pieces
hij/zij/het snoept
» meer vervoegingen van snoepen
he/she/it pieces
hij/zij/het assembleert
» meer vervoegingen van assembleren
he/she/it pieces
hij/zij/het monteert
» meer vervoegingen van monteren
construeren
opbouwen
samenstellen
he/she/it pieces
hij/zij/het componeert
» meer vervoegingen van componeren
he/she/it pieces
hij/zij/het snoept
» meer vervoegingen van snoepen
he/she/it pieces
hij/zij/het assembleert
» meer vervoegingen van assembleren
he/she/it pieces
hij/zij/het legt bijeen
» meer vervoegingen van bijeenleggen
opsmikkelen
opsmullen
he/she/it pieces
hij/zij/het peuzelt op
» meer vervoegingen van oppeuzelen
he/she/it pieces
hij/zij/het knabbelt
» meer vervoegingen van knabbelen
he/she/it pieces
hij/zij/het peuzelt
» meer vervoegingen van peuzelen
Voorbeelden in zinsverband
The glass was broken to pieces.
Het glas was in stukken gebroken.
She divided the cake into five pieces.
Ze verdeelde de taart in vijf stukken.
My mother divided the cake into eight pieces.
Mijn moeder verdeelde de taart in acht stukken.
She gathered the pieces of the broken dish.
Ze verzamelde de stukken van het gebroken bord.