Vertaling van pique

Inhoud:

Engels
Nederlands
to pick, to stab, to sting, to pierce, to prick, to puncture, to pique, to stick {ww.}
pikken
steken
prikken 
priemen

I pique
you pique
we pique

ik pik
jij pikt
wij pikken
» meer vervoegingen van pikken

Don't forget to pick me up at 6 o'clock tomorrow.
Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
pique {zn.}
piqué
pique {zn.}
piqué
irritation, pique, temper {zn.}
driftbui [m] (de ~)
irritation, pique, temper {zn.}
woedeaanval [m] (de ~)


Gerelateerd aan pique

pick - stab - sting - pierce - prick - puncture - stick - irritation - tempercloth - drive - biliousness - fit - fury