Vertaling van piss

Inhoud:

Engels
Nederlands
to urinate, to piss, to pee {ww.}
plassen
urineren 
piesen
pissen
een plas doen

I piss
you piss
we piss

ik plas
jij plast
wij plassen
» meer vervoegingen van plassen

urine, piss {zn.}
pies
pis
urine [v]
to make, to make water, to micturate, to pass water, to pee, to pee-pee, to piddle, to piss, to puddle, to relieve oneself, to spend a penny, to take a leak, to urinate, to wee, to wee-wee {ww.}
plassen
zeiken
wateren
urineren
sassen
pissen
piesen

I piss
you piss
we piss

ik plas
jij plast
wij plassen
» meer vervoegingen van plassen

I'm bursting for a wee and I can't find a washroom.
Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.
pee, piddle, piss, urine, water, weewee {zn.}
plas [m] (de ~)
zeik [m] (de ~)
pies [m] (de ~)
pis [m] (de ~)
urine [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Piss off!

Scheer je weg!

You piss me off!

Je hangt mijn voeten uit!

If you piss on the toilet seat, wipe it off!

Als ge op de WC-bril pist, wis het af!


Gerelateerd aan piss

urinate - pee - urine - make - make water - micturate - pass water - pee-pee - piddle - puddle - relieve oneself - spend a penny - take a leak - wee - wee-weedrain - body waste - kidney