Vertaling van played out
Inhoud:
Engels
Nederlands
to play, to play on {ww.}
bespelen
I played
you played
he/she/it played
ik bespeelde
jij bespeelde
hij/zij/het bespeelde
» meer vervoegingen van bespelen
to play, to sing {ww.}
ten beste geven
ten gehore brengen
laten horen
ten gehore brengen
laten horen
I played
you played
he/she/it played
ik speelde
jij speelde
hij/zij/het speelde
» meer vervoegingen van spelen
Children need to play.
Kinderen moeten spelen.
We often play chess.
Wij spelen dikwijls schaak.
to act as, to play {ww.}
optreden als
to introduce, to present, to offer, to perform, to play, to reenact, to render, to depict, to represent, to constitute {ww.}
I played
you played
he/she/it played
ik speelde
jij speelde
hij/zij/het speelde
» meer vervoegingen van spelen
I can play Chopin.
Ik kan Chopin spelen.
Children play with toys.
Kinderen spelen met speelgoed.
dog-tired, exhausted, fagged, fatigued, played out, spent, washed-out, worn out, worn-out {bn.}
doorgedraaid
overspannen
overspannen
dog-tired, exhausted, fagged, fatigued, played out, spent, washed-out, worn out, worn-out {bn.}
afgebrand
afgedraaid
afgemat
afgepeigerd
bekaf
doodmoe
doodop
doodvermoeid
geradbraakt
hondsmoe
knock-out
leeg
opgebrand
pompaf
total loss
uitgeblust
uitgekakt
uitgepoept
uitgescheten
uitgeteld
kapot
uitgeput
gebroken
op
afgedraaid
afgemat
afgepeigerd
bekaf
doodmoe
doodop
doodvermoeid
geradbraakt
hondsmoe
knock-out
leeg
opgebrand
pompaf
total loss
uitgeblust
uitgekakt
uitgepoept
uitgescheten
uitgeteld
kapot
uitgeput
gebroken
op
dog-tired, exhausted, fagged, fatigued, played out, spent, washed-out, worn out, worn-out {bn.}
afgesloofd