Vertaling van playing
ten gehore brengen
laten horen
Voorbeelden in zinsverband
Playing basketball is fun.
Basketbal spelen is leuk.
I like playing baseball.
Ik houd ervan honkbal te spelen.
He enjoyed playing baseball.
Hij speelde graag honkbal.
We like playing soccer.
Wij houden van voetbal spelen.
He is playing golf.
Hij is golf aan het spelen.
Playing baseball is fun.
Het is leuk om honkbal te spelen.
He's playing a dangerous game.
Hij speelt een gevaarlijk spel.
He was playing the piano.
Hij speelde piano.
Some girls were playing tennis.
Enkele meisjes waren aan het tennissen.
I like playing the piano.
Ik speel graag piano.
Schalke are playing Inter Milan tonight.
Schalke speelt vanavond tegen Inter Milaan.
The girl playing the piano is Akiko.
Het meisje dat op de piano speelt is Akiko.
We were playing in the park.
We waren in het park aan het spelen.
Three children were playing in the park.
Drie kinderen waren aan het spelen in het park.
She is fond of playing tennis.
Ze is dol op tennissen.