Vertaling van plough

Inhoud:

Engels
Nederlands
plough {zn.}
ploeg  [m]
to plough {ww.}
beploegen
omploegen
ploegen 
to plough, to plow, to turn {ww.}
doorploegen
to plough, to plow, to turn {ww.}
omleggen
ploegen
doorploegen
omploegen
beploegen
to plough, to plow, to turn {ww.}
scheuren


Gerelateerd aan plough

plow - turnbear on - plough - process