Vertaling van pointed
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik sprak
jij sprak
hij/zij/het sprak
» meer vervoegingen van spreken
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik mat land
jij mat land
hij/zij/het mat land
» meer vervoegingen van landmeten
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik loodste
jij loodste
hij/zij/het loodste
» meer vervoegingen van loodsen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik wees na
jij wees na
hij/zij/het wees na
» meer vervoegingen van nawijzen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik wees
jij wees
hij/zij/het wees
» meer vervoegingen van wijzen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik stuurde aan
jij stuurde aan
hij/zij/het stuurde aan
» meer vervoegingen van aansturen
duiden
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik wees
jij wees
hij/zij/het wees
» meer vervoegingen van wijzen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik stuurde
jij stuurde
hij/zij/het stuurde
» meer vervoegingen van sturen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik stevende
jij stevende
hij/zij/het stevende
» meer vervoegingen van stevenen
aanwijzen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik wees
jij wees
hij/zij/het wees
» meer vervoegingen van wijzen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik stevende
jij stevende
hij/zij/het stevende
» meer vervoegingen van stevenen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik richtte
jij richtte
hij/zij/het richtte
» meer vervoegingen van richten
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik vestigde
jij vestigde
hij/zij/het vestigde
» meer vervoegingen van vestigen
punten
bijpunten
aanpunten
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik scherpte
jij scherpte
hij/zij/het scherpte
» meer vervoegingen van scherpen
richten
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik mikte
jij mikte
hij/zij/het mikte
» meer vervoegingen van mikken
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik loefde op
jij loefde op
hij/zij/het loefde op
» meer vervoegingen van oploeven
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik streek in
jij streek in
hij/zij/het streek in
» meer vervoegingen van instrijken
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik beoogde
jij beoogde
hij/zij/het beoogde
» meer vervoegingen van beogen
attenderen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik wees
jij wees
hij/zij/het wees
» meer vervoegingen van wijzen
strijken
voegen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik voegde in
jij voegde in
hij/zij/het voegde in
» meer vervoegingen van invoegen
I pointed
you pointed
he/she/it pointed
ik loefde
jij loefde
hij/zij/het loefde
» meer vervoegingen van loeven
Voorbeelden in zinsverband
She pointed at him.
Ze wees naar hem.
He frankly pointed out my faults.
Hij wees mij eerlijk op mijn tekortkomingen.
The teacher pointed her finger at me and asked me to go with her.
De lerares wees met haar vinger naar mij en vroeg me om met haar mee te komen.