Vertaling van points

Inhoud:

Engels
Nederlands
points, switch {zn.}
wissel
to designate, to indicate, to point, to show {ww.}
spreken

he/she/it points

hij/zij/het spreekt
» meer vervoegingen van spreken

to charge, to level, to point {ww.}
landmeten

he/she/it points

hij/zij/het meet land
» meer vervoegingen van landmeten

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
loodsen

he/she/it points

hij/zij/het loodst
» meer vervoegingen van loodsen

to aim, to direct, to place, to point, to target {ww.}
nawijzen

he/she/it points

hij/zij/het wijst na
» meer vervoegingen van nawijzen

to designate, to indicate, to point, to show {ww.}
wijzen

he/she/it points

hij/zij/het wijst
» meer vervoegingen van wijzen

to aim, to direct, to place, to point, to target {ww.}
aansturen

he/she/it points

hij/zij/het stuurt aan
» meer vervoegingen van aansturen

to bespeak, to betoken, to indicate, to point, to signal {ww.}
wijzen
duiden

he/she/it points

hij/zij/het wijst
» meer vervoegingen van wijzen

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
sturen

he/she/it points

hij/zij/het stuurt
» meer vervoegingen van sturen

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
stevenen

he/she/it points

hij/zij/het stevent
» meer vervoegingen van stevenen

to designate, to indicate, to point, to show {ww.}
wijzen
aanwijzen

he/she/it points

hij/zij/het wijst
» meer vervoegingen van wijzen

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
stevenen

he/she/it points

hij/zij/het stevent
» meer vervoegingen van stevenen

to aim, to direct, to place, to point, to target {ww.}
richten

he/she/it points

hij/zij/het richt
» meer vervoegingen van richten

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
vestigen

he/she/it points

hij/zij/het vestigt
» meer vervoegingen van vestigen

to point, to sharpen, to taper {ww.}
aanpunten
bijpunten
scherpen
punten

he/she/it points

hij/zij/het punt aan
» meer vervoegingen van aanpunten

to charge, to level, to point {ww.}
mikken
richten

he/she/it points

hij/zij/het mikt
» meer vervoegingen van mikken

to luff, to point {ww.}
oploeven

he/she/it points

hij/zij/het loeft op
» meer vervoegingen van oploeven

to point, to sharpen, to taper {ww.}
instrijken

he/she/it points

hij/zij/het strijkt in
» meer vervoegingen van instrijken

to aim, to direct, to place, to point, to target {ww.}
beogen

he/she/it points

hij/zij/het beoogt
» meer vervoegingen van beogen

to designate, to indicate, to point, to show {ww.}
wijzen
attenderen

he/she/it points

hij/zij/het wijst
» meer vervoegingen van wijzen

Could you show me the way to the port?
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
to point, to repoint {ww.}
invoegen
strijken
voegen

he/she/it points

hij/zij/het voegt in
» meer vervoegingen van invoegen

to luff, to point {ww.}
loeven

he/she/it points

hij/zij/het loeft
» meer vervoegingen van loeven



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Everyone has both strong and weak points.

Iedereen heeft sterke en zwakke punten.

Everyone has their own strong and weak points.

Iedereen heeft zijn sterke en zwakke punten.

Make a brief summary of your points at the end of the speech.

Vat je punten kort samen aan het einde van de speech.