Vertaling van polish

Inhoud:

Engels
Nederlands
to polish {ww.}
zoeten
wrijven
schuren
polijsten
poetsen
boenen

I polish
you polish
we polish

ik zoet
jij zoet
wij zoeten
» meer vervoegingen van zoeten

to polish, to wax {ww.}
poetsen
schoenen poetsen

I polish
you polish
we polish

ik poets
jij poetst
wij poetsen
» meer vervoegingen van poetsen

polish, wax, blacking, nugget {zn.}
schoensmeer
schoencrème
Polish {bn.}
Pools 
to polish, to shine, to smooth, to smoothen {ww.}
uitpoetsen

I polish
you polish
we polish

ik poets uit
jij poetst uit
wij poetsen uit
» meer vervoegingen van uitpoetsen

to polish, to shine, to smooth, to smoothen {ww.}
slijpen

I polish
you polish
we polish

ik slijp
jij slijpt
wij slijpen
» meer vervoegingen van slijpen

to polish, to shine, to smooth, to smoothen {ww.}
gladslijpen

I polish
you polish
we polish

ik slijp glad
jij slijpt glad
wij slijpen glad
» meer vervoegingen van gladslijpen

polish {zn.}
Pools [o] (het ~)
polish {zn.}
glansmiddel [o] (het ~)
to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
schaven

I polish
you polish
we polish

ik schaaf
jij schaaft
wij schaven
» meer vervoegingen van schaven

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
schoonpoetsen

I polish
you polish
we polish

ik poets schoon
jij poetst schoon
wij poetsen schoon
» meer vervoegingen van schoonpoetsen

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
verfijnen
polijsten

I polish
you polish
we polish

ik verfijn
jij verfijnt
wij verfijnen
» meer vervoegingen van verfijnen

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
gladwrijven

I polish
you polish
we polish

ik wrijf glad
jij wrijft glad
wij wrijven glad
» meer vervoegingen van gladwrijven

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
bijschaven

I polish
you polish
we polish

ik schaaf bij
jij schaaft bij
wij schaven bij
» meer vervoegingen van bijschaven

to down, to fine-tune, to polish, to refine {ww.}
bijschaven

I polish
you polish
we polish

ik schaaf bij
jij schaaft bij
wij schaven bij
» meer vervoegingen van bijschaven

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
bijslijpen

I polish
you polish
we polish

ik slijp bij
jij slijpt bij
wij slijpen bij
» meer vervoegingen van bijslijpen

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
boenen
uitboenen

I polish
you polish
we polish

ik boen
jij boent
wij boenen
» meer vervoegingen van boenen

burnish, gloss, glossiness, polish {zn.}
gloss
burnish, gloss, glossiness, polish {zn.}
poetspommade
pommade [m] (de ~)
burnish, gloss, glossiness, polish {zn.}
glosse
glos [v] (de ~)
burnish, gloss, glossiness, polish {zn.}
politoer


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I am a Polish journalist.

Ik ben een Poolse journalist.

Felicja's mother is a Polish of Romanian origin.

Felicja's moeder is een Poolse van Roemeense afkomst.

Let us be fully aware of all the importance of this day, because today within the generous walls of Boulogne-sur-Mer have met not French with English, nor Russians with Polish, but people with people.

Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.