Vertaling van preceding

Inhoud:

Engels
Nederlands
former, previous, prior, earlier, ex-, forward, past, preceding, advance, advanced, antecedent, anterior {bn.}
verleden
voorafgaand
voorgaand
vorig
vroeger 
to precede, to head, to lead {ww.}
vooropgaan
voorgaan
voorlopen
voorafgaan
to precede {ww.}
voor zijn
voorafgaan
to come before, to precede {ww.}
antecederen
precederen
voorafgaan
to lead, to precede {ww.}
voorlopen
voorgaan
to lead, to precede {ww.}
voorafgaan
to lead, to precede {ww.}
vooruitgaan
to introduce, to precede, to preface, to premise {ww.}
inleiden


Gerelateerd aan preceding

former - previous - prior - earlier - ex- - forward - past - advance - advanced - antecedent - anterior - precede - head - lead - come beforecome about - function - go - discourse