Vertaling van prepare
I prepare
you prepare
we prepare
ik bereid
jij bereidt
wij bereiden
» meer vervoegingen van bereiden
I prepare
you prepare
we prepare
ik bereid
jij bereidt
wij bereiden
» meer vervoegingen van bereiden
I prepare
you prepare
we prepare
ik bereid voor
jij bereidt voor
wij bereiden voor
» meer vervoegingen van voorbereiden
I prepare
you prepare
we prepare
ik draai warm
jij draait warm
wij draaien warm
» meer vervoegingen van warmdraaien
voorbereidend
prepareren
I prepare
you prepare
we prepare
ik bereid voor
jij bereidt voor
wij bereiden voor
» meer vervoegingen van voorbereiden
I prepare
you prepare
we prepare
ik installeer
jij installeert
wij installeren
» meer vervoegingen van installeren
opleiden
I prepare
you prepare
we prepare
ik school
jij schoolt
wij scholen
» meer vervoegingen van scholen
I prepare
you prepare
we prepare
ik maak op
jij maakt op
wij maken op
» meer vervoegingen van opmaken
klaarmaken
gereedmaken
aangorden
I prepare
you prepare
we prepare
ik maak op
jij maakt op
wij maken op
» meer vervoegingen van opmaken
I prepare
you prepare
we prepare
ik gord aan
jij gordt aan
wij gorden aan
» meer vervoegingen van aangorden
I prepare
you prepare
we prepare
ik prepareer
jij prepareert
wij prepareren
» meer vervoegingen van prepareren
I prepare
you prepare
we prepare
ik instrueer
jij instrueert
wij instrueren
» meer vervoegingen van instrueren
I prepare
you prepare
we prepare
ik maak op
jij maakt op
wij maken op
» meer vervoegingen van opmaken
gereedmaken
I prepare
you prepare
we prepare
ik maak klaar
jij maakt klaar
wij maken klaar
» meer vervoegingen van klaarmaken
Voorbeelden in zinsverband
Prepare yourself for the future.
Maak je klaar voor de toekomst.
You need not prepare a formal speech.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Scott's sister likes to prepare sashimi.
Scott's zus maakt graag sashimi.
You should prepare for the future.
Je moet je voorbereiden op de toekomst.
You don't need to prepare a formal speech.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
My father will prepare a tasty meal for me tomorrow.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
There's no need for you to prepare a formal speech.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
We still have to prepare dinner.
We moeten het eten nog bereiden.
Lucio, my apologies, but could you prepare your own breakfast?
Lucio, sorry maar kan je je eigen ontbijt bereiden?