Vertaling van present
I present
you present
we present
ik speel
jij speelt
wij spelen
» meer vervoegingen van spelen
I present
you present
we present
ik sta af
jij staat af
wij staan af
» meer vervoegingen van afstaan
aanslaan
I present
you present
we present
ik salueer
jij salueert
wij salueren
» meer vervoegingen van salueren
I present
you present
we present
ik voer op
jij voert op
wij voeren op
» meer vervoegingen van opvoeren
I present
you present
we present
ik schenk
jij schenkt
wij schenken
» meer vervoegingen van schenken
huidig
van vandaag
huidige
modern
introduceren
presenteren
inleiden
I present
you present
we present
ik stel voor
jij stelt voor
wij stellen voor
» meer vervoegingen van voorstellen
tentoonstellen
I present
you present
we present
ik exposeer
jij exposeert
wij exposeren
» meer vervoegingen van exposeren
I present
you present
we present
ik bekroon
jij bekroont
wij bekronen
» meer vervoegingen van bekronen
schenken
I present
you present
we present
ik geef
jij geeft
wij geven
» meer vervoegingen van geven
I present
you present
we present
ik gun
jij gunt
wij gunnen
» meer vervoegingen van gunnen
I present
you present
we present
ik steek af
jij steekt af
wij steken af
» meer vervoegingen van afsteken
Voorbeelden in zinsverband
The present password is "eosdigital".
Het huidige wachtwoord is "eosdigital".
She gave me a present.
Ze gaf me een cadeautje.
Thank you for your present.
Bedankt voor je cadeau.
It's a present for you.
Het is een geschenk voor u.
Thank you for the present.
Dank je voor het cadeau.
Ann gave me this present.
Ann gaf mij dit geschenk.
He gave me a present.
Hij gaf me een cadeau.
They each received a present.
Ze hebben elk een geschenk ontvangen.
He sent me a present.
Hij stuurde me een geschenk.
She was present at the party.
Ze was aanwezig op het feestje.
I accepted a present from his sister.
Ik heb een geschenk aanvaard van zijn zuster.
Every member of the club was present.
Elk lid van de club was aanwezig.
My uncle gave him a present.
Mijn oom gaf hem een geschenk.
He is present at the meeting.
Hij is aanwezig op de vergadering.
The present government has many problems.
De huidige regering heeft veel problemen.