Vertaling van programme

Inhoud:

Engels
Nederlands
to programme {ww.}
programmeren
programme, declaration of policy, platform, statement of policy {zn.}
programma
beginselverklaring [v]
computer program, computer programme, program, programme {zn.}
programma [o] (het ~)
computerprogramma [o] (het ~)
That program is still far from perfect.
Dat programma is verre van perfect.
The program will finish with the national anthem.
Het programma sluit af met het volkslied.
course of study, curriculum, program, programme, syllabus {zn.}
leerplan [o] (het ~)
onderwijsleerplan
plan, program, programme {zn.}
plan [o] (het ~)
idee [o] (het ~)
bedoeling [v] (de ~)
voornemen [o] (het ~)
His plan is dangerous!
Zijn plan is gevaarlijk!
The plan will work out.
Het plan zal werken.
broadcast, program, programme {zn.}
programma [o] (het ~)
uitzending [v] (de ~)
course of study, curriculum, program, programme, syllabus {zn.}
studieprogramma
course of study, curriculum, program, programme, syllabus {zn.}
schoolwerkplan [o] (het ~)
to program, to programme {ww.}
programmeren
It would be something I'd have to program.
Dat zou iets zijn wat ik zou moeten programmeren.
broadcast, program, programme {zn.}
radioprogramma
radio [m] (de ~)
radio-uitzending [v] (de ~)
program, programme {zn.}
dienstregeling
program, programme {zn.}
programmaboekje [o] (het ~)
programmablad
plan, program, programme {zn.}
schema [o] (het ~)
plan, program, programme {zn.}
bestek [o] (het ~)
program, programme {zn.}
dienstregeling [v] (de ~)
program, programme {zn.}
programma