Vertaling van projecting
Inhoud:
Engels
Nederlands
to project, to protrude, to shine, to stick out, to stand out {ww.}
vooruitsteken
vooruitspringen
uitstaan
uitsteken
uitspringen
vooruitspringen
uitstaan
uitsteken
uitspringen
to project {ww.}
projecteren
to foresee, to envisage, to envision, to expect, to project {ww.}
I am projecting
jutting, projected, projecting, protruding, relieved, sticking, sticking out {bn.}
voorgenomen
to envision, to fancy, to figure, to image, to picture, to project, to see, to visualise, to visualize {ww.}
uitbeelden
veraanschouwelijken
visualiseren
verbeelden
neerzetten
veraanschouwelijken
visualiseren
verbeelden
neerzetten
I am projecting
to jut, to jut out, to project, to protrude, to stick out {ww.}
overspringen
I am projecting
to jut, to jut out, to project, to protrude, to stick out {ww.}
oversteken
I am projecting
to jut, to jut out, to project, to protrude, to stick out {ww.}
uitsteken
I am projecting
to externalise, to externalize, to project {ww.}
projecteren
to project {ww.}
projecteren
I am projecting
to project {ww.}
projecteren
I am projecting
to jut, to jut out, to project, to protrude, to stick out {ww.}
uitspringen
springen
springen
to jut, to jut out, to project, to protrude, to stick out {ww.}
pieken
to contrive, to design, to plan, to project {ww.}
smeden
concipiëren
bedenken
vinden
verzinnen
uitdenken
concipiëren
bedenken
vinden
verzinnen
uitdenken
to jut, to jut out, to project, to protrude, to stick out {ww.}
uitsteken
uitstaan
uitstaan
to contrive, to design, to plan, to project {ww.}
plannen
uitstippelen
geprogrammeerd
programmeren
uitstippelen
geprogrammeerd
programmeren
I am projecting