Vertaling van puzzling
Inhoud:
Engels
Nederlands
enigmatic, obscure, puzzling {bn.}
onbegrijpelijk
raadselachtig
raadselachtig
to puzzle {ww.}
verbijsteren
to confuse, to puzzle, to bemuse, to bewilder, to perplex, to abash, to addle, to disarrange, to disarray, to baffle {ww.}
verwisselen
van zijn stuk brengen
verwarren
dooreenhalen
van zijn stuk brengen
verwarren
dooreenhalen