Vertaling van quake
Inhoud:
Engels
Nederlands
to quiver, to shiver, to tremble, to quake, to wave, to rattle {ww.}
I quake
you quake
we quake
ik tril
jij trilt
wij trillen
» meer vervoegingen van trillen
She felt her knees tremble.
Ze kon haar knieën voelen trillen.
An earthquake can happen at any time.
Een aardbeving kan elk moment gebeuren.
Only two people survived the earthquake.
Slechts twee mensen overleefden de aardbeving.
earthquake, quake, seism, temblor {zn.}
aardbeving
aardschok
aardschok
This earthquake took a hundred and fifty lives, as well.
De aardbeving heeft ook honderdvijftig doden veroorzaakt.
There was an earthquake this morning.
Deze morgen was er een aardbeving.