Vertaling van quits
Inhoud:
Engels
Nederlands
even, paid-up, square, quits, acquitted {bn.}
kiet
quitte
quitte
to exit, to go out, to alight, to emerge, to leave, to quit {ww.}
he/she/it quits
hij/zij/het gaat uit
» meer vervoegingen van uitgaan
Let's go out.
Laten we uitgaan.
I'd rather not go out this evening.
Ik zou beter niet uitgaan vanavond.
to abandon, to desert, to forsake, to leave, to quit {ww.}
verlaten
laten varen
in de steek laten
laten varen
in de steek laten
he/she/it quits
hij/zij/het verlaat
» meer vervoegingen van verlaten
I have to leave you.
Ik moet je verlaten.
I'll never leave you.
Ik zal u nooit verlaten.
he/she/it quits
hij/zij/het stopt
» meer vervoegingen van stoppen
Let's quit.
Laat ons ophouden.
You must quit smoking.
Ge moet stoppen met roken.
to chuck up the sponge, to drop by the wayside, to drop out, to fall by the wayside, to give up, to quit, to throw in, to throw in the towel {ww.}
uitval
to foreswear, to quit, to relinquish, to renounce {ww.}
afzweren
afrekenen
afrekenen
he/she/it quits
hij/zij/het zweert af
» meer vervoegingen van afzweren
to chuck up the sponge, to drop by the wayside, to drop out, to fall by the wayside, to give up, to quit, to throw in, to throw in the towel {ww.}
uitvallen
he/she/it quits
hij/zij/het valt uit
» meer vervoegingen van uitvallen
to leave office, to quit, to resign, to step down {ww.}
aftreden
terugtreden
terugtreden
he/she/it quits
hij/zij/het treedt af
» meer vervoegingen van aftreden
There are rumors that he will resign.
Er zijn geruchten dat hij zal aftreden.
to cease, to discontinue, to give up, to lay off, to quit, to stop {ww.}
opdoeken
opheffen
opheffen
he/she/it quits
hij/zij/het doekt op
» meer vervoegingen van opdoeken