Vertaling van quiver

Inhoud:

Engels

Nederlands

to quiver, to shiver, to tremble, to quake, to wave, to rattle {ww.}

trillen
rillen
bibberen
huiveren
beven

I quiver
you quiver
we quiver

ik tril
jij trilt
wij trillen
» meer vervoegingen van trillen

She felt her knees tremble.

Ze kon haar knieën voelen trillen.

to quiver, to shiver, to waver, to wince {ww.}

trillen
flakkeren
lillen
bibberen

I quiver
you quiver
we quiver

ik tril
jij trilt
wij trillen
» meer vervoegingen van trillen

quiver {zn.}

pijlkoker

quiver, quivering, vibration, tremor {zn.}

trilling [v]
huivering [v]
rilling [v]
beving [v]

quiver, wobble {zn.}

halfslachtigheid [v]

to flicker, to flitter, to flutter, to quiver, to waver {ww.}

flakkeren

they quiver

to flicker, to flitter, to flutter, to quiver, to waver {ww.}

fladderen

I quiver
you quiver
we quiver

ik fladder
jij fladdert
wij fladderen
» meer vervoegingen van fladderen

to flicker, to flitter, to flutter, to quiver, to waver {ww.}

knipperen
blikkeren
schemeren
flikkeren

I quiver
you quiver
we quiver

ik knipper
jij knippert
wij knipperen
» meer vervoegingen van knipperen