Vertaling van quiz
Inhoud:
Engels
Nederlands
to interrogate, to query, to question, to quiz {ww.}
uithoren
uitvragen
overhoren
uitvragen
overhoren
I quiz
you quiz
we quiz
ik hoor uit
jij hoort uit
wij horen uit
» meer vervoegingen van uithoren
to quiz, to test {ww.}
doorvragen
I quiz
you quiz
we quiz
ik vraag door
jij vraagt door
wij vragen door
» meer vervoegingen van doorvragen
to quiz, to test {ww.}
overhoren
I quiz
you quiz
we quiz
ik overhoor
jij overhoort
wij overhoren
» meer vervoegingen van overhoren
to quiz, to test {ww.}
cupelleren
to quiz, to test {ww.}
ondervragen
examineren
examineren
I quiz
you quiz
we quiz
ik ondervraag
jij ondervraagt
wij ondervragen
» meer vervoegingen van ondervragen
to quiz, to test {ww.}
overhoren
I quiz
you quiz
we quiz
ik overhoor
jij overhoort
wij overhoren
» meer vervoegingen van overhoren
quiz {zn.}
quiz
quiz {zn.}
ondervraging