Vertaling van rack up

Inhoud:

Engels
Nederlands
to stretch, to wind up, to rack, to strain, to stress, to tense, to tighten {ww.}
uitrekken
strekken
opwinden
spannen
nauwer aanhalen

I rack
you rack
we rack

ik rek uit
jij rekt uit
wij rekken uit
» meer vervoegingen van uitrekken

to hit, to rack up, to score, to tally {ww.}
inschieten
scoren
scoren
to hit, to rack up, to score, to tally {ww.}
doelpunten


Gerelateerd aan rack up

stretch - wind up - rack - strain - stress - tense - tighten - hit - score - tallyderive - hit