Vertaling van rancher

Inhoud:

Engels
Nederlands
farmer, rancher {zn.}
boer  [m]
My grandfather was a farmer.
Mijn opa was boer.
He wanted to be a farmer.
Hij wilde boer worden.
rancher {zn.}
paardenfokker
rancher {zn.}
rancher


Gerelateerd aan rancher

farmerbreeder - stock farmer