Vertaling van rank
Inhoud:
Engels
Nederlands
to rank {ww.}
de rang hebben van
rank {bn.}
ranzig
rans
rans
file, line, rank, row, turn, innings, queue, round, run, sequence {zn.}
He was in the queue.
Hij was in de rij.
Whose turn is it?
Wie is aan de beurt?
rank {zn.}
gelid
rank {zn.}
rang
to grade, to order, to place, to range, to rank, to rate {ww.}
plaatsen
I rank
you rank
we rank
ik plaats
jij plaatst
wij plaatsen
» meer vervoegingen van plaatsen
I can place the palms of my hands on the floor without bending my knees.
Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen.
to grade, to order, to place, to range, to rank, to rate {ww.}
inschalen
I rank
you rank
we rank
ik schaal in
jij schaalt in
wij schalen in
» meer vervoegingen van inschalen
crying, egregious, flagrant, glaring, gross, rank {bn.}
grof
membership, rank {zn.}
ledenaantal
ledental
ledental
crying, egregious, flagrant, glaring, gross, rank {bn.}
moddervet
spekvet
spekvet
crying, egregious, flagrant, glaring, gross, rank {bn.}
schreeuwend