Vertaling van red
Inhoud:
Engels
Nederlands
My favorite color is red.
Mijn favoriete kleur is rood.
All apples are red.
Alle appels zijn rood.
ginger, red {bn.}
roodachtig
rossig
rossig
red, redness {zn.}
rood
keel
keel
Her cheeks were red.
Haar wangen waren rood.
Cherries are red.
Kersen zijn rood.
red, redness {zn.}
rood
Her face turned red.
Zijn gezicht werd rood.
My new dress is red.
Mijn nieuwe jurk is rood.
red {bn.}
rode
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
rood
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
wijnrood
bordeaux
bordeauxrood
karmozijnrood
bordeaux
bordeauxrood
karmozijnrood
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
kersrood
cerise
cerise
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
rossig
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
scharlaken
scharlakenrood
scharlakenrood
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
robijnen
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
rossig
ros
ros
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
purperrood
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
vuurrood
knalrood
knalrood
loss, red, red ink {zn.}
koersverlies
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
bloedrood
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
hoogrood
blood-red, carmine, cerise, cherry, cherry-red, crimson, red, reddish, ruby, ruby-red, ruddy, scarlet {bn.}
robijn
robijnen
robijnen
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
All apples are red.
Alle appels zijn rood.
I wanted red shoes.
Ik wilde rode schoenen.
Her cheeks were red.
Haar wangen waren rood.
I like red roses.
Ik vind rode rozen leuk.
Cherries are red.
Kersen zijn rood.
Her face turned red.
Zijn gezicht werd rood.
He painted his bicycle red.
Hij heeft zijn fiets rood geschilderd.
She wore a red blouse.
Ze droeg een rode blouse.
My new dress is red.
Mijn nieuwe jurk is rood.
Her face suddenly turned red.
Haar gezicht werd plotseling rood.
Antares is a red star.
Antares is een rode ster.
My favorite color is red.
Mijn favoriete kleur is rood.
The red skirt is new.
De rode rok is nieuw.
Her room has red walls.
Haar kamer heeft rode muren.
This apple is very red.
Deze appel is erg rood.