Vertaling van reject

Inhoud:

Engels
Nederlands
to reject, to dismiss, to shun, to disallow, to disavow {ww.}
nee zeggen tegen
wraken 
weigeren
verwerpen 
afwijzen 
afslaan

I reject
you reject
we reject

ik wraak
jij wraakt
wij wraken
» meer vervoegingen van wraken

to reject {ww.}
verwerpen 
afstemmen 

I reject
you reject
we reject

ik verwerp
jij verwerpt
wij verwerpen
» meer vervoegingen van verwerpen

reject
afkeuren 
invalide verklaren
to reject {ww.}
verwerpen
afwijzen

I reject
you reject
we reject

ik verwerp
jij verwerpt
wij verwerpen
» meer vervoegingen van verwerpen

to refuse, to reject, to decline, to withhold, to spurn, to disallow {ww.}
afkeuren 
afwijzen 
terugwijzen
vertikken
weigeren

I reject
you reject
we reject

ik keur af
jij keurt af
wij keuren af
» meer vervoegingen van afkeuren

to disdain, to freeze off, to pooh-pooh, to reject, to scorn, to spurn, to turn down {ww.}
versmaden

I reject
you reject
we reject

ik versmaad
jij versmaadt
wij versmaden
» meer vervoegingen van versmaden

to refuse, to reject, to resist {ww.}
afstoten

I reject
you reject
we reject

ik stoot af
jij stoot af
wij stoten af
» meer vervoegingen van afstoten

to disdain, to freeze off, to pooh-pooh, to reject, to scorn, to spurn, to turn down {ww.}
afvriezen

they reject

zij vriezen af
» meer vervoegingen van afvriezen

to decline, to pass up, to refuse, to reject, to turn down {ww.}
weigeren

I reject
you reject
we reject

ik weiger
jij weigert
wij weigeren
» meer vervoegingen van weigeren

to disdain, to freeze off, to pooh-pooh, to reject, to scorn, to spurn, to turn down {ww.}
afvriezen

they reject

zij vriezen af
» meer vervoegingen van afvriezen

cull, reject {zn.}
afschot [o] (het ~)
cull, reject {zn.}
outcast [m] (de ~)
drop-out [m] (de ~)
paria [m] (de ~)
verschoppeling [m] (de ~)
verstotene
verworpeling
verworpene


Gerelateerd aan reject

dismiss - shun - disallow - disavow - refuse - decline - withhold - spurn - disdain - freeze off - pooh-pooh - scorn - turn down - resist - pass updecline - disown - break - freeze - allow - act - gangrene - individual